Protocol

Hieronder kunt u de brief lezen met daarin een beschrijving van de werkzaamheden van de leerlingen die geleid hebben tot het uiteindelijke product zoals u dat op deze site kunt bestuderen.  

 

Geachte heer, mevrouw,

Na meer dan een half jaar hard werken door zes leerlingen uit 5VWO van De Nieuwe Veste te Coevorden, kunnen we u hierbij de resultaten presenteren van een onderzoek naar het vestingstadje Coevorden anno 1832. Deze leerlingen, allen met een groot enthousiasme voor het doen van historisch onderzoek, zijn sinds september in het kader van de buitenschoolse activiteit archiefonderzoek bezig geweest met het verzamelen van informatie en het verwerken daarvan. Na de reguliere lessen, tijdens vrije middagen, weekenden en vakanties hebben ze de gevonden informatie weten te verwerken in twee producten. Ten eerste een maquette die duidelijk moet maken hoe Coevorden er in 1832 uit zag en vooral door het kleurgebruik heel duidelijk laat zien waar in die tijd de dure en minder dure (goedkopere) buurten waren gelegen. Het tweede product is een schriftelijk en fotografisch verslag bij die maquette. Hierin wordt de gevonden informatie beschreven en worden conclusies getrokken aan de hand van de maquette en het uitgevoerde onderzoek. Dit verslag bij de maquette doe ik u hierbij toekomen, maar valt ook in een meer uitvoerige vorm te bestuderen op het internetadres www.koeverden.com.

De werkzaamheden voor de buitenschoolse activiteit “Archiefonderzoek” begonnen zoals gezegd omstreeks een half jaar geleden, in september 2001. Doel van de eerste bijeenkomsten wat met name brainstormen over het thema van dit onderzoek. Het kiezen van een onderwerp was op school echter slechts voor een klein deel mogelijk. Voor de leerlingen was het snel duidelijk dat het een regionaal onderzoek moest worden, waarin Coevorden centraal zou kunnen staan. Tijdens een daarop volgend bezoek aan het Drents Archief, waar de leerlingen een rondleiding hebben gekregen door de depots en gesproken hebben met dhr. Ennik (hoofd voorlichting en educatie) kreeg de themakeuze steeds meer vorm. Een belangrijk criterium bij de themakeuze was de leesbaarheid van de bronnen. Er werd afgezien van het gebruiken van bronnen uit een te ver verleden, omdat het lezen van dit soort bronnen grote(re) ervaring vereist met handschrift en taalgebruik uit het verleden. De negentiende eeuw werd echter door iedereen gezien als een periode die interessant is en wat betreft handschrift nog redelijk goed te ontcijferen is. Daarna bleef nog over het kiezen van een specifiek thema en daarbij het formuleren van een onderzoeksvraag. Als primaire bron werden we door dhr. Ennik gewezen op een kadastraal minuut van Coevorden uit 1832. Aan de hand van dit minuutplan kon vervolgens de onderzoeksvraag ‘Wat was in het Coevorden van 1832 het verschil tussen "dure" en "goedkope" buurten?  worden geformuleerd.

Gaandeweg het onderzoek zou blijken dat het enthousiasme van de leerlingen ervoor zorgde dat ook heel veel informatie naast de onderzoeksvraag werd gevonden en onderzocht. Aan het onderzoek werd een nieuw doel toegevoegd: een zo duidelijk mogelijk beeld schetsen van Coevorden en de mensen die er in 1832 leefden. Omdat historisch onderzoek echter nooit voltooid is, hebben de leerlingen besloten bij deze presentatie van de onderzoeksresultaten zich vooral te beperken tot de hierboven geformuleerde onderzoeksvraag. Later, voor het profielwerkstuk dat de leerlingen hierover gaan maken, wordt dit nog verder uitgewerkt met meer extra informatie over allerlei mensen en zaken die in Coevorden destijds leefden.

Het onderzoek zelf verliep niet altijd vlekkeloos, maar was een zeer goede leerervaring voor de leerlingen. Om goed onderzoek te kunnen doen was het mogelijk om voor langere tijd een leesapparaat en microfiches van het kadastraal minuut te lenen van het Drents Archief. Zo kon het historisch onderzoek voor een groot deel binnen school verricht worden. Toch bleven er vaak nog onduidelijkheden, mede door de kwaliteit van het leesapparaat, maar ook door de kwaliteit van het geschrevene. Daarvoor werd dan ook nog meerdere keren een bezoek gebracht aan het Drents Archief. Door deze bezoeken aan Assen werden nog vele onduidelijkheden opgelost en aanvullende informatie gevonden. De gevonden informatie wierp echter bij de leerlingen weer nieuwe vragen op als: “waarom is dat nou zo?”,  “staan die gebouwen er nu eigenlijk nog steeds?” en “wonen de nazaten van de families van destijds nog steeds in Coevorden of omgeving?”. Op een aantal van deze vragen kon vrij snel een antwoord worden gevonden. Andere nieuwe vragen staan nog steeds open en zijn een bron voor nieuw onderzoek na het afronden van de archiefprijsvraag.

Na het ontcijferen van het kadastraal minuut kon worden begonnen met het maken van de maquette. Dat dit niet zo makkelijk was als het leek, werd snel duidelijk. Maar altijd weer werd een goede oplossing voor de problemen die zich voordeden bedacht, waardoor het werk uiteindelijk gewoon door kon gaan. De eerste stap bij het maken van de maquette was het uittekenen van het plattegrond van de stad op een andere schaal dan die van de originele kaart uit 1832. Daarna moesten ook de bebouwde percelen op schaal in piepschuim worden uitgezaagd. Deze moesten vervolgens op de juiste wijze worden ingeschilderd in een door de leerlingen bedachte indeling van drie groepen belastingen. Van elk bebouwd perceel werd vervolgens bekeken binnen welke groep het wat betreft de hoogte van de belastingen viel. Dit alles met als doel om later op de maquette duidelijk te kunnen zien welke gebieden van Coevorden “duur” waren en welke “goedkoop”. Bij de goedkoopste groep bebouwde percelen werd gekozen voor de kleur rood, de kleur van baksteen. Bij de duurste groep viel de keuze op geel (goud). De middengroep is door middel van oranje weergegeven. Behalve de binnenstad moesten echter ook nog de vestingwerken en de grachten daarbuiten vorm krijgen. Het goed uitwerken van de vestingwerken was niet makkelijk, omdat deze niet op schaal op de gebruikte kaart van 1832 stonden. Door gebruik te maken van andere bronnen konden deze echter toch op schaal worden uitgewerkt worden met schuim. Tenslotte konden ze in de juiste vorm worden uitgesneden, beplakt worden met gipsgaas en beschilderd worden. Vervolgens was slechts nog sprake van afwerken: huizen op de maquette lijmen en de kleuren netjes bijwerken waar dat nodig was.

Blijft over de leerervaring van deze opdracht voor de leerlingen. In mijn ogen is dit onderzoek voor de leerlingen van zeer grote waarde geweest. Uit de gesprekken met hen blijkt heel duidelijk dat ze een andere kijk op Coevorden hebben ontwikkelt. Ze hebben met een historische blik naar hun omgeving leren kijken. De Frieschestraat is niet meer zomaar een straat, maar een straat met een geschiedenis. Het Van Heutszpark is niet zomaar meer een park, maar geeft duidelijk aan tot waar de oude vesting zich strekte. Deze nieuwe manier van kijken naar de eigen omgeving is denk ik een grote verrijking voor leerlingen.

Een tweede punt waarop deze opdracht een grote leerervaring is geweest voor de leerlingen is denk ik op het punt van informatie verwerven door gebruik te maken van verschillende bronnen en hiermee samenhangend het leren lezen van primaire bronnen. Dit laatste was ook voor meer geoefende onderzoekers niet altijd even makkelijk, vooral een persoon als de notaris A. Slingenberg schreef zéér onduidelijk waardoor sommige bronnen bijna onleesbaar waren. Toch ging het leren lezen van dit soort primaire bronnen steeds makkelijker voor de leerlingen. Bij het onderzoek werd ook veel gebruik gemaakt van de verschillende primaire bronnen uit het Drents Archief in Assen en het Gemeentearchief in Coevorden. Voor aanvullende informatie of het plaatsen binnen een groter geheel werd vooral gebruik gemaakt van secundaire bronnen, zoals boeken van lokale historici, genealogische boeken en zelfs een toneelstuk. Toch hebben deze leerlingen niet alleen schriftelijke bronnen onderzocht, ook hebben ze bijvoorbeeld een bezoek gebracht aan de begraafplaats om te onderzoeken of de meest welvarende personen van Coevorden daar nog steeds begraven liggen (en om dezelfde reden ook aan de Nederlandse Hervormde Kerk). De vesting Bourtange werd bezocht om te zien hoe de vestingwerken in Coevorden er ongeveer uit moeten hebben gezien.

Al met al moet dus gezegd worden dat deze leerlingen het afgelopen half jaar met groot enthousiasme en inzet hebben gewerkt aan het onderzoek naar de geschiedenis van hun woonplaats 170 jaar geleden en dit hebben weten vorm te geven in twee interessante producten: een maquette en een daarbij behorend verslag (bij deze brief bijgeleverd en in meer uitgebreide en duidelijke vorm te bestuderen op www.koeverden.com). Daar het zeer moeilijk is een maquette van deze omvang en kwetsbaarheid naar Den Haag te vervoeren, willen de leerlingen de jury middels deze brief graag uitnodigen om de maquette in Coevorden te komen bestuderen tijdens de officiële onthulling. Een uitnodiging hiervoor volgt. Uiteraard zal het ook mogelijk zijn om in onderling overleg een ander moment af te spreken waarbij de leerlingen een toelichting kunnen geven bij de door hen gemaakte maquette. 

 

Met vriendelijke groet,

Mark Schuitema, docent geschiedenis.

 

Terug naar de inleiding...