Berend Slingenberg

 

Berend Slingenberg is een van de meest belangrijke personen in de geschiedenis van Coevorden. Op 8 oktober 1769 is hij gedoopt te Coevorden (zie bijlage 1) als zoon van Harmen Slingenberg, gemeensman, en Eva Edelinck. Hij huwde op 19 november 1798 te Dalen (zie bijlage 2) met vrouwe Lutgerdina Smit. Zij is op 24 januari 1776 te Coevorden gedoopt als dochter van Jacobus Smit en Geesjen Mensing.   

Berend Slingenberg en vrouwe Lutgerdina Smit kregen samen 9 kinderen:

1.       Harmen (15 september 1799-24 oktober 1822);

2.       Jacobus (25 juli 1802-12 november 1863), hij was predikant te Neuenhaus (D);

3.       Eva (14 januari 1805-27 januari 1869), zij trouwde met Stephanus Hulst die commies ten kantore generaal van de provincie Drenthe en controleur bij ’s rijksbelastingen was;

4.      Gezina Johanna (14 oktober 1807-27 april 1886), zij trouwde met Willem David Lichtenvoort, die ontvanger der registers en domeinen was;

5.       Jan (29 november 1809-14 januari 1850), hij was geneesheer en trouwde met Gesina Wilhelmina van der Tuuk en Liefdina Luppeja van der Tuuk;

6.      Hinderika (28 december 1811-7 januari 1858), zij trouwde met Coenraad Hendrik Pelinck, die predikant was;

7.       Berendina (7  februari 1814-2 mei 1841);

8.      Johanna (10 februari 1817-1 oktober 1897), zij was getrouwd met Gerrit Herman Woltersom, secretaris bij het bestuur der gemeente Coevorden, later burgemeester;

9.      Albertus (6 september 1818-28 januari 1890), hij was advocaat en notaris. Hij trouwde met Johanna Adamina Rikkers.

 

De bezittingen die Slingenberg in het centrum van Coevorden had, zijn:

63. Tuin, hierover betaalde hij aan belastingen 1,76 gulden;

64. Tuin en erf, hierover betaalde hij aan belastingen 0,57 gulden voor de tuin en 150  

      gulden voor het erf/huis;

99. Huis en erf, hierover betaalde hij 0,20 gulden aan belastingen voor de grond en

      21 gulden voor het huis;

100. Tuin, hierover betaalde hij 0,45 gulden aan belastingen.

 

Slingenberg was erg patriottistisch. Door de komst van de Fransen is hij in januari 1795 benoemd tot secretaris van de Coevorder magistraat, het stadsbestuur. Op dinsdagavond 10 februari van datzelfde jaar zijn in de Hervormde kerk de burgers bij elkaar gekomen om een ‘Committée Revolutionair’ te kiezen. Dit committée zette de leden van de magistraat af. De volgende dag liet dit committée, zoals in vele andere patriotse steden al eerder was gebeurd, een den planten als vrijheidsboom. Toen de Franse legerafdeling in Coevorden kwam, werden ze ook door dit committée verwelkomd.

Twee dagen later, op 12 februari, kwamen de burgers weer in de Hervormde kerk tezamen. Dit keer om een college van representanten, volksvertegenwoordigers, samen te stellen. Slingenberg werd gekozen als secretaris.

Op 22 januari 1796 werd Slingenberg benoemd tot schulte van Coevorden, hij bleef dit tot 1810. Toen Nederland in dat jaar bij Frankrijk werd ingelijfd, werd Slingenberg bij keizerlijk decreet benoemd tot maire (burgemeester) van Coevorden.

Slingenberg deed veel voor de burgers van Coevorden. Toch kon hij niet, ondanks voortdurend bemiddelen bij de Franse commandant, de overste David, voorkomen dat 147 armlastigen uit de stad werden gezet toen de Fransen van 12 november 1813 tot 7 mei 1814 Coevorden hardnekkig bleven bezetten. Op een gegeven moment dreigde David met een dwangsom van 8000 gulden dat heel Coevorden moest worden geëvacueerd. Het lukte Slingenberg om dit bedrag in slechts één avond op te halen, hoewel dit natuurlijk niet gepaard ging zonder smeken en dreigen. In mei 1814 verlieten de Fransen de vestingstad, zij lieten vele vernielde boerderijen en woningen achter, vooral in de buurtschappen.

Slingenberg werd na het vertrek van de Fransen officieel burgemeester. In hetzelfde jaar werd hij lid van de Staten van Drenthe. Een vrij omstreden actie van Slingenberg als burgemeester was dat hij, toen in 1816 de koepokinenting bij kinderen verplicht werd en veel ouders in Coevorden dit gevaarlijk vonden, zijn eigen kinderen als eerste liet vaccineren. Op 11 december 1842 diende hij zijn ontslag in om  gezondheidsredenen. Hij had toen 47 jaar de stad gediend en was 29 jaar lid geweest van de Staten van Drenthe (1814-1843).

Slingenberg overleed op 13 oktober 1849 te Coevorden (zie bijlage 3 , 4 en 5) op een leeftijd van 80 jaar. Het is onbekend waar Berend Slingenberg nu ligt. In de kerk zeggen ze dat zijn graf daar heeft gelegen, hij was namelijk erg gehecht aan de kerk. Zijn steen ligt er vlak voor de preekstoel. Na een uitgebreide restauratie in 1972 is het graf echter geruimd. De steen ligt er nog wel, maar in dit graf zou ook een vrouw die in 1660 is overleden, hebben gelegen. Echter, in zijn overlijdensakte staat dat Slingenberg op begraafplaats het Loo is begraven. We hebben naar zijn graf gezocht, maar het niet kunnen vinden.

 

Terug naar de inleiding...